Tips en Tricks:

Maak bij het aanleggen van een tuin een plan om je tuin te irrigeren.

Het handigst is om een bestaande plattegrond te gebruiken.

 

Teken daarbij:

*Waterbron. (kraan)

*Verloop van de leidingen.

(Aan de hand van de schaal kun je een inschatting maken van het aantal meters leiding dat je nodig hebt, Neem altijd wat extra meters!)

*Locatie van de te irrigeren planten.


Blauwe strepen: Leidingen

Zwarte stippen: Waterbron (kraan)

Bron: Pinterest, inspiratie tuinontwerp


Keuze van leidingen:

Over het algemeen worden voor micro-irrigatie slangen gebruikt van 13-16 mm. Wel moet er altijd rekening gehouden worden met de lengte van de slangen en de hoeveelheid druppelaars op de slang, omdat je altijd drukverlies hebt op lange afstanden en/of bij veel druppelaars. Dit is altijd lastig in te schatten en daarom is het handig om er mee te experimenteren.


Bij het aanleggen van een nieuwe tuin is het handig om vast een 16mm slang onder het pad of de oprit te leggen. Het is dan niet nodig de nieuwe tegels weg te halen als je later nog een irrigatiesysteem zou willen aanleggen. Je hebt dan veel minder werk om het weer netjes te krijgen!

Hier zie je dat de leidingen al worden neergelegd voordat er overheen wordt bestraat.

Je kan het evt nog inkorten of wegwerken en eventueel later weer aan elkaar verbinden en gebruiken, als je nog geen tijd en/of middelen hebt om een irrigatiesysteem aan te leggen.


Trek de leidingen naar de gewenste planten en leg deze vast met stenen om zo de juiste stukken te snijden.

Ook is het mogelijk om een geul te graven om de leidingen niet zichtbaar te maken.

Je kan de leidingen dan naar boven laten komen bij de planten die water nodig hebben.

Ook kun je er voor kiezen om de 16mm leiding onder de grond te laten en door middel van een 4mm connector een 4mm slang uit de grond te laten komen met een druppelaar of vernevelaar.


Als je koppelstukken wilt bevestigen aan een 16 mm slang is het handig om de slang warm te maken met warm water, zodat de slang wat flexibeler wordt en makkelijk aan het koppelstukje te bevestigen is. Zorg hierbij dat je jezelf niet verbrandt!


Druppelaars en connectors kun je door middel van Gardena Montage gereedschap, een priem of een klein boortje bevestigen in een 16 mm slang.


Bij het aansluiten kunnen de meeste druppelaars nog worden ingesteld op waterafgifte dat doe je door aan het kopje van de druppelaar te draaien.


Tot slot: Er kan gekozen worden om als waterbron een waterpomp of een handmatige bediening (kraan) te gebruiken.

Ook kan hier een besproeiingscomputer tussen worden geplaatst om te regelen met welke regelmaat er besproeid moet worden.

 

Hieronder staan nog enkele filmpjes om de illustraties te verduidelijken:


Goed om te weten: Deze Tips en Tricks zijn gebaseerd op eigen ervaringen. Er moet rekening mee gehouden worden dat elke tuin anders is en dat de waterdruk in Nederland niet overal hetzelfde is. Zie deze ''Tips en Tricks'' als mogelijke informatie en niet als handleiding.

 

Onder voorbehoud van druk- en zetfouten.